'Hey Moniek, de Bijbel zegt dat ik niet bezorgd mag zijn (Mattheüs 6:25-34). En ik las ergens dat bezorgdheid een teken is van gebrek aan geloof in God. Ik zou dat heel moeilijk vinden. Ik worstel met moeilijke dingen in mijn leven en maak mij daar zorgen over. Ik vind juist zoveel houvast in de tekst dat het geloof ter grootte van een mosterdzaadje genoeg is (Lukas 17:6). Het lukt me vaak niet om meer op te brengen dan dat. Hoe moet ik dit zien?'
Deze vraag werd me een tijdje geleden via Instagram gesteld. Veel mensen die in moeilijke omstandigheden zitten krijgen door mensen om hen heen deze tekst voorgeschoteld. En hoe goed dat vaak ook bedoeld wordt, het komt op de lijder vaak over alsof hij naast alle andere worstelingen, ook hier nog in faalt. Aangezien ik vermoed dat de vraagsteller niet de enige is die hiermee worstelt, leek het me goed om er een blog aan te wijden.
Wat bedoelt Jezus wanneer Hij zegt dat je je geen zorgen moet maken? Welke consequenties heeft dat voor ons dagelijks leven? En wat als je je toch zorgen maakt? Laten we samen in de materie duiken.
Context
Wie een Bijbeltekst wil bestuderen of uitleggen, doet er goed aan om te kijken naar de rest van het gedeelte waarin de tekst staat. In dit geval staat de tekst in de Bergrede, een belangrijke preek van Jezus die begint in Mattheüs 5 en eindigt in Mattheüs 7. Hij legt in deze preek de nadruk op het komende Koninkrijk van God en op de gerechtigheid van God. Hij spreekt over hoe wij, als volgers van Jezus, onze verantwoordelijkheid moeten nemen en het 'zout van de aarde' en 'licht in de wereld' moeten zijn. Dat we ons niet moeten verliezen in ruzies of foute verlangens en dat we een stap extra moeten zetten voor de mensen om ons heen, zelfs wanneer die niet het beste met ons voor hebben. Daarbij heeft Hij ook oog voor de moeilijke omstandigheden waar we in dit leven soms doorheen gaan en doet ons de belofte dat al die moeilijkheden op een dag voorbij zullen zijn.
Midden in deze Bergrede staat het vers waar we het hier over hebben. In vers 31 staat: 'Wees daarom niet bezorgd en zeg niet: Wat zullen wij eten? of: Wat zullen wij drinken? of: Waarmee zullen wij ons kleden?' Als je kijkt naar de verzen die om dit vers heen staan (vers 19-34), zie je dat het in dit stuk gaat over geld. Het stuk begint met de tekst: 'Verzamel geen schatten voor u op de aarde, waar mot en roest ze verderven, en waar dieven inbreken en stelen; maar verzamel schatten voor u in de hemel...want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.' Dit gedeelte in de Bijbel is een oproep dat we onze hoop en ons vertrouwen niet moeten stellen in geld, maar in God. Dit was zowel een oproep voor de rijken, die te horen kregen dat het nutteloos is om je vertrouwen in je aardse bezit te stellen, als voor de armen voor wie het niet vanzelfsprekend was dat zij iedere dag te eten hadden of kleding hadden. Ze hoefden zich geen zorgen te maken over hun eten, drinken of kleding. God kent hun nood! Het is veel belangrijker om eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid te zoeken en dan mag je erop vertrouwen dat God weet wat je daarnaast nog nodig hebt.
Betekent dit dus dat deze tekst alleen maar van toepassing is wanneer je je zorgen maakt over geld? Of valt er meer over te zeggen?
Grondtekst
Wanneer je een Bijbeltekst wil bestuderen of uitleggen, moet je naast de context van een tekst ook kijken naar de grondtekst. Wat stond er in de oorspronkelijke tekst in de taal waarin de Bijbel geschreven is? Zijn er in de vertaling misschien betekenissen verloren gegaan? Of wordt een woord misschien in meer teksten in de Bijbel gebruikt, waardoor duidelijker wordt wat een bepaalde tekst betekent? Nu lees ik geen Grieks, Aramees of Hebreeuws (de talen waarin de Bijbel geschreven is), maar is er gelukkig wel een website die je ook dan kan helpen bij het lezen van de grondtekst (zie voetnoten voor de link).
Het woord 'bezorgd' ('merimnaō' in de grondtekst) wat we in Mattheüs 6:31 vinden, is een woord wat we kunnen vertalen als 'angstig zijn', 'met zorgen te maken hebben', 'ergens voor zorgen' of 'iemands belangen proberen te behartigen'. Dit woord komt 19 keer voor in de Bijbel en vaak in een context waarin Jezus of de schrijver van een brief ons duidelijk probeert te maken dat we de dingen heel vaak zelf voor elkaar proberen te krijgen, maar dat dat zinloos is omdat we in alles afhankelijk zijn van God. Zolang we niet eerst met onze zorgen naar God gaan, zijn we alleen maar heel hard zelf aan het zwoegen om een oplossing te vinden voor onze problemen. Net zoals een kleuter die we onze hulp aanbieden, maar die heel hard roept 'Ikku zelluf doen!'. Terwijl God ons Zijn hulp aanbiedt, ons de weg wil wijzen en ons ook wil wijzen op dingen die belangrijker zijn dan datgene waar we ons zorgen over maken.
Vergelijkbare teksten
En tenslotte is het goed om, wanneer je een Bijbeltekst of Bijbelgedeelte wilt bestuderen, eens te kijken of er misschien meer verzen in de Bijbel te vinden zijn die iets vergelijkbaars te zeggen hebben. In dit geval kom je dan uit bij een tekst uit Filippenzen 4:6-7, waar ook datzelfde woord 'merimnaō' in de grondtekst staat. Paulus en Timotheüs eindigen hun brief aan de Filippenzen met een rijtje oproepen die ze nog mee willen geven aan de gemeente. En daar staat een zin tussen die veel van ons wel vaker gehoord hebben: 'Wees in geen ding bezorgd ('merimnaō'), maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus.'
Conclusie
Ik denk dat de essentie uit deze teksten hem zit in hoe we met de moeilijke dingen in ons leven omgaan en in de vraag waar we ons hart op zetten. Proberen we onze problemen, onze zorgen, zelf op te lossen? Door zelf harder te gaan werken, meer onszelf te gaan bewijzen, meer te gaan preken tegen de mensen om ons heen? Of durven we de verlangens die onder onze zorgen liggen keer op keer bij God te leggen? Zetten we ons hart op een gezond lijf, een dikke carrière en een volle portemonnee? Of gaan we eerst op zoek naar Gods verlangens voor ons leven en voor dat van de mensen om ons heen? Zoeken we eerst ons eigen koninkrijk of Gods Koninkrijk?
Ik denk dat die laatste tekst uit Filippenzen 4 heel mooi samenvat hoe we met onze zorgen om mogen gaan. Het vers laat zien dat er verlangens onder onze zorgen schuil gaan. Jij en ik, wij maken ons soms zorgen om dingen die heel wezenlijk zijn. Om onze gezondheid, ons werk, onze kinderen, onze financiën. Dat is heel menselijk en ook heel logisch. We verlangen naar gezondheid, naar een goedlopende baan, dat het goed gaat met onze kinderen en dat we onze huur volgende maand weer kunnen betalen. En dat verlangen mogen we keer op keer bij God brengen. Daar is geen groot geloof voor nodig. Daar is het geloof van een mosterdzaadje meer dan genoeg voor.
Het is niet erg dat we dingen moeilijk en verdrietig vinden. Sommige dingen zijn ook heel moeilijk en verdrietig. Dat blijkt ook uit het woord 'smeken' in datzelfde vers. Smeken doe je alleen als iets je echt heel erg aan het hart gaat en je iets heel erg moeilijk vindt. Maar dingen moeilijk vinden en er verdrietig over zijn is iets anders dan piekeren. Want piekeren over iets lost namelijk helemaal niets op.
We mogen onszelf aanleren om, iedere keer wanneer we iets moeilijk vinden, dat bij God te brengen. Dat betekent dat we sommige dingen misschien wel ontelbaar vaak, dag na dag bij God moeten brengen om te voorkomen dat we ze zelf op proberen te lossen met ons gepieker en harde werk. Om ons er bewust van te blijven dat we dit zelf niet kunnen, maar dat God dit wel kan. Dat is niet erg. Je bent bij Hem altijd welkom met alles wat je moeilijk vindt. Ook als je daar voor de zoveelste keer mee komt. Vraag Hem wat Hij je te zeggen heeft in deze situatie. Vraag Hem of Hij je wil laten zien hoe je deze zorgen los kunt laten. Wat je er zelf aan mag doen en wat je aan Hem over mag laten. Vraag Hem ook of Hij mensen op jouw pad wil sturen die je hierbij kunnen helpen. Dank Hem daarbij voor alles wat Hij geeft. En vraag om de 'vrede die alle verstand te boven gaat'. Hij belooft in Filippenzen 6 niet dat alles goed komt op de manier waarop wij dat graag zien. Maar Hij belooft wel Zijn vrede die alle verstand te boven gaat. En dat is zoveel kostbaarder dan een oplossing voor al jouw problemen. Want dan sta je stevig in het oog van de storm. Rustend in Zijn vrede.
Gebruikte bronnen:
* Herziene Statenvertaling
* Blue letter Bible: Uitleg grondtekst Mattheüs 6
* Encyclo.nl: Woordverklaring 'zorgen maken'
* KU Leuven: Uitleg Mattheüs 6:19-34
* KU Leuven: Artikel over de Bergrede
Reactie plaatsen
Reacties