Toen het erop ging lijken dat God onze gebeden voor mijn gezondheid verhoorde, keek ik verwachtingsvol uit naar verder herstel. Ik nam foto’s van mijn nagels om vergelijkingsmateriaal te hebben voor de toekomst. Ik bestudeerde de kleur van mijn lippen. En ik vroeg me dagelijks af of ik me nou beter of slechter voelde dan de dag ervoor. Maar na dat eerste jaar met duidelijke verbetering leek er niets meer te gebeuren. Mijn gezondheid bleef dan wel steken op een veel beter niveau dan dat het de jaren daarvoor was geweest, maar er waren nog steeds periodes dat ik me heel slecht voelde, dat ik mijn rolstoel nodig had of dat ik het liefst de hele dag op de bank bleef liggen.
Het verwarde me en ik werd er verdrietig van. Had de profetie niet gezegd dat de verbetering van mijn gezondheid weliswaar heel langzaam zou gaan, maar dat het wel steeds beter zou worden? En hier zat ik dan, met mijn goede, maar ook mijn slechte periodes. Regelmatig mijn lippen voor de spiegel bestuderend en me afvragend of ze nu wel of niet minder paars zagen. Vaak hield ik er een lippenstift naast om aan de hand daarvan het kleurverschil te kunnen bepalen.
Ik begreep het niet. Voelde me in de steek gelaten. Waarom stopte God nu met het verbeteren van mijn gezondheid, terwijl Hij wist dat ik er met heel mijn hart naar verlangde om beter te worden? Waarom zei de zuurstofsaturatie-meter dat ik me dan misschien wel beter voelde, maar dat mijn saturatie nog altijd ronduit slecht was? Waarom bleven mijn bloedwaardes zo slecht? Waarom bleef dat gat in mijn hart? Waarom bleef mijn hart zoveel groter dan goed voor me was, met alle risico's op een plotselinge dood van dien? Waarom gaf God me eerst hoop door middel van die profetie en het verhoren van die eerste gebeden, maar leek Zijn hoeveelheid genezing nu ‘op’ te zijn? God zegt toch in Zijn Woord dat Hij niet loslaat wat Zijn hand begon? Nou, ik vond het er in mijn leven verdacht veel op lijken dat Hij met iets begonnen was wat Hij vervolgens niet afmaakte.
Ik worstelde er mee. Nam het God kwalijk dat Hij niet doorzette met het genezen van mijn hart en longen. En raakte in een neerwaartse spiraal. Tot in den treure pluisde ik uit wat ik gedaan had en wat me zoveel energie had kunnen kosten om te verklaren dat ik vandaag weer een slechte dag had. En als ik geen verklaring kon vinden omdat die er vaak domweg niet is, zat ik in zak en as. Ik bad en bad om verbetering, maar de hemel leek van koper.
Tot ik op een dag weer voor de spiegel naar mijn gezicht stond te staren, op zoek naar tekenen van de mooie roze-rode kleur die ik zo graag zou willen zien. Terwijl ik daar zo stond stelde God me ineens de vraag: ‘Wie is jouw God? Is genezing jouw god? Of ben Ik, de Geneesheer, jouw God?’
Ik heb inmiddels de nodige ervaring met het krijgen van een terechtwijzing van God en ik weet meestal onmiddellijk of het Zijn stem is, of die van mezelf of die van de aanklager. Als Hij me terechtwijst is dat altijd op een manier die me heel erg diep raakt omdat het zó liefdevol is. Als ik mezelf terecht wijs of als de aanklager dat doet klinkt het over het algemeen boos en vol verwijten. Maar deze vraag raakte me ontzettend diep. En ik wist dat Hij gelijk had.
Ik had van genezing mijn afgod gemaakt. Iedere dag draaide om de vraag of ik me beter of slechter voelde. Was het dat eerste? Dan stond ik te juichen en was mijn hele dag goed. Maar als het het tweede was, was ik heel verdrietig en somber en vroeg ik me af waarom God me nou niet genas, of het ooit nog beter zou worden en hoe het nu verder moest. Ik probeerde mijn schema aan te passen, zodat ik me zo goed mogelijk zou voelen, maar het probleem is dat Eisenmenger zich moeilijk laat schematiseren. Soms is de oorzaak van een slechte dag of periode duidelijk, maar veel vaker niet. Mijn verlangen naar genezing was tussen mij en God in komen te staan. En hoe begrijpelijk mijn verlangen naar een gezond functionerend lichaam ook is, dit was niet goed!
Ik beleed God dat ik van genezing mijn afgod had gemaakt en dat ik dat niet langer wilde. Maar daarmee was het probleem niet opgelost. Want ik moest me een hele nieuwe manier van denken en handelen aanmeten en dat kostte veel tijd. En iedere keer wanneer ik dacht dat ik het nu wel doorhad, trapte ik op een slechte dag toch weer in de valkuil van teleurstelling in God, in mezelf en in mijn lijf. Maar stapje voor stapje leerde ik het af om op genezing mijn vertrouwen te stellen. Langzaam begon steeds meer tot mijn hele wezen door te dringen dat genezing geen garantie was voor geluk.
Mijn beroep hielp daar ook bij. Ik kon dan weliswaar geen maatschappelijk of pastoraal werker zijn in dienstverband, maar mensen weten me ook zonder die officiële functie wel te vinden. Ze weten dat mijn deur altijd open staat als mensen het nodig hebben om te praten en dat ik er graag voor ze ben. En dus kwamen ze. Met hun verhalen van verdriet, wanhoop, boosheid en teleurstelling. Ze waren dankbaar dat ik naar ze luisterde, maar ik was hen dankbaar voor het vertrouwen en de lessen die ik door hen leerde.
Ik leerde dat je, ook als je gezond bent, dingen in je leven tegen kunt komen die je geluk stevig in de weg kunnen staan. Dat gezondheid niet zaligmakend is. Dat een gezond lijf niet allerlei andere ellende voorkomt. Ik leerde dat zoveel mensen hun eigen portie verdriet kregen. Of dat nou een ziekte was of een kind dat niet luisterde of een burn-out of een moeilijk lopend huwelijk of een koppie dat niet meewerkt of… Natuurlijk wist ik dat wel, maar om ook daadwerkelijk de zakdoeken aan te moeten reiken voor het verdriet van een ander is een heel ander verhaal. Een verhaal wat mij diep raakte en me op een bepaalde manier veel zegen bracht en brengt, omdat het me ook zoveel over mijn eigen leven leert. En omdat het me laat zien dat er in het leven uiteindelijk maar Eén is op Wie je echt altijd kunt vertrouwen. Dat het uiteindelijk altijd neerkomt op de vraag of je Hem vertrouwt. Dwars door al je verdriet en pijn heen. Dwars door al je vragen en opstandige gevoelens heen. Dwars door al mijn extreme vermoeidheid en alle andere moeite die Eisenmenger met zich meebrengt klinkt altijd die ene vraag: ‘Vertrouw je Mij? Ook als je niet ziet?’ En dat is voor mensen die met andere problemen worstelen net zo!
Mijn antwoord komt vaak snikkend. Vaak is het een ‘Ik wil wel vertrouwen, maar het is zo moeilijk. Ik voel me zo ziek nu. Ik zie geen licht meer aan het einde van de tunnel. Ik kan dat alleen met Uw hulp.’ En denk niet dat daarmee de kous af is. Dit herhaalt zich vaak dag na dag na dag tot er weer een betere periode aanbreekt.
Vertrouwen houden in het stikdonker is zo ontzettend moeilijk! En toch de enige weg. Met alles wat in mij is kan ik mijn eigen gezondheid niet verbeteren. Met alles wat in mij is kan ik geen goede dag forceren. Ik moet het doen met het hier en nu. Met wat ik nu krijg. Soms is dat een dag (of een week...of een maand…) ‘bankarrest’, waarop ik niet anders kan dan de hele dag op de bank YouTube-filmpjes kijken van ‘Say yes to the dress’ en lachende baby’s. Om me af te leiden en een beetje op te vrolijken. Soms (en opvallend vaak tijdens onze reizen) betekent het dat ik drie dagen lang tien kilometer loop om een onbekende stad te verkennen, tot ik de benewagen in moet ruilen voor mijn rolstoel. En dat niet vanwege de vermoeidheid, maar vanwege de blaren op mijn arme voeten die zulke afstanden niet gewend zijn. Of dat we samen een fietstocht kunnen maken van 35 kilometer. Of dat ik zonder problemen een hele bruiloft vol hou. Maar ik weet nooit van tevoren hoe een dag zal zijn en dat is frustrerend en maakt plannen moeilijk.
En toch...soms denk ik dat het de enige manier is om te leren vertrouwen. Juist het ‘niet weten’ zorgt ervoor dat ik geen andere keus heb. En God heeft altijd wel voor een oplossing gezorgd als ik op een dag dat het me niet uitkwam toch een hele slechte dag bleek te hebben. Vrienden die het prima vinden wanneer ik, in plaats van de hele dag gezellig mee te doen, de hele dag op hun bank onder een dekentje lig. Bedden of stretchers waar ik kan rusten, zelfs op de meest vreemde plekken. Afgelegen hoekjes waar ik me even terug kan trekken. Of dat, op dagen dat ik echt de moed en energie niet heb voor een afspraak en waarbij God allang weet dat ik heel slecht ben in het afzeggen van afspraken, de ander dan ineens om wat voor reden dan ook afzegt, waardoor ik de nodige lucht en ruimte in mijn agenda krijg. God is zo genadig hierin voor mij. En tot op de dag van vandaag verrast Hij me met de meest liefdevolle blijken van zorg, waar ik iedere keer weer ontroerd door raak.
Mijn gezondheid was de eerste afgod waar God me op wees, maar zeker niet de laatste. Er waren meer dingen waar mee afgerekend moesten worden, omdat ik ze op een voetstuk had gezet en ze op een plek had gezet die alleen God toebehoorde. Altijd waren die lessen moeilijk, maar soms waren ze buitengewoon pijnlijk. Bijvoorbeeld toen God me er op wees dat ik van mijn eigen lieve man een afgod had gemaakt. Dat ik hem op een voetstuk had gezet waar hij niet hoorde. Maar altijd waren de lessen zo ontzettend goed en helend.
De Bijbel leert ons dat God een jaloers God is. Dat Hij geen andere dingen of mensen naast Zich duldt. Dat Hij en Hij alleen de eerste plek in ons leven verdient en dat Hij als enige weet wat het allerbeste voor ons is. Voor mij is dat soms even slikken. Ik heb regelmatig een ander idee dan God lijkt te hebben over wat het beste voor me is. Als ik puur menselijk denk, lijkt mij dat zowel ik als mijn omgeving er beter van worden als God mij zou genezen. Maar ik heb erop leren vertrouwen dat God het beter weet. Hoezeer ik Zijn beslissingen vaak niet begrijp en hoe pijnlijk dat soms ook is; Hij weet het beter en Hij alleen verdient de eerste plek in mijn leven.
Soms zie ik dat nu al terug in mijn leven. Dan wil ik iets heel graag en ben ik er van overtuigd dat dat het beste is en dan loopt het toch anders. En dan zie ik na een aantal uur, weken, maanden of jaren dat het, hoewel ik teleurgesteld was, uiteindelijk toch beter is dat het zo gelopen is. Soms zie ik het ook helemaal niet terug. Er zijn veel dingen in mijn leven of in die van de mensen om mij heen die verdrietig en pijnlijk zijn en waarvan ik absoluut niet begrijp waarom God ze toelaat. En waarvan ik ook betwijfel of ik dat ooit zal begrijpen. En toch...God is betrouwbaar. God is liefde. En God is gisteren, vandaag en morgen dezelfde. En ik kies ervoor om in Hem mijn vertrouwen te stellen. Omdat ik weet dat Hij het waard is. Omdat ik in elk geval zeker weet dat ik zelf dat vertrouwen niet waard ben. En omdat ik door de jaren heen geleerd heb dat al het geschapene vroeg of laat tekort schiet of teleurstelt.
Boven dat alles staat mijn God. En iedere dag opnieuw kies ik ervoor om Hem te vertrouwen...wat de dag ook brengt. Met heel veel vallen...en dan weer door Hem geholpen bij het opstaan.
Reactie plaatsen
Reacties
Dank je voor 't delen Moniek en ik voel wel...., je boodschap treft midden in mn hart... heb hierin nog veel te leren..... ook om steeds weer opnieuw eenvoudig Hem te vertrouwen....los van mn omstandigheden...., los van hoe mn hoofd (niet) werkt...., omdat Hij inderdaad zelf gewoon liefde IS.....
Ha René, wat een mooi en eerlijk bericht! Dankjewel!