Hoe de pleegkinderen in ons leven kwamen

Gepubliceerd op 17 april 2022 om 08:00

Vanaf het allereerste begin van ons huwelijk hebben we één ding altijd heel belangrijk gevonden: gastvrijheid. Vanaf het moment dat we ons kleine appartementje betrokken als pas-getrouwden probeerden we dat vorm te geven. Zo vaak mijn gezondheid het toeliet (en meestal wel vaker ;-) nodigden we mensen uit om te blijven eten. En mensen die voor een nachtje of langer een slaapplaats zochten waren altijd welkom en bleven bij ruimtegebrek desnoods bij ons in de slaapkamer slapen.

We waren nog jong en hadden een grote droom. Mijn schoonouders hadden een jongerencentrum gebouwd en woonden daar boven met hun gezin, maar wilden daar op den duur graag jongerenopvang beginnen voor jongeren die om wat voor reden dan ook niet meer thuis konden wonen. En het was onze droom om dat op een dag over te nemen. Maar tot die tijd deden we wat onze hand vond om te doen. Mensen vonden hun weg naar ons en we vonden het fijn om naar ze te luisteren, het samen gezellig te hebben en ze desnoods ook onderdak te bieden. Omdat we de nood om ons heen zagen, begonnen we na te denken over pleegzorg. Het leek ons een prachtige invulling van ons hart, ons huis en onze tijd. En toen we eenmaal afgestudeerd waren en onze plek hadden gevonden in het zuiden van het land, gaven we ons op voor een pleegouder-cursus.

Achteraf vind ik ons zo heerlijk naïef. We waren veruit het jongste stel dat meedeed en hadden duidelijke ideeën bij het opvoeden van kinderen. We waren er wel over uit dat het onderdak bieden aan kinderen in de basisschoolleeftijd geen goed idee was, omdat die vaak nog teveel fysieke verzorging vergen en dat zou ik simpelweg niet kunnen. Bovendien leken tieners ons wat zelfstandiger waardoor we ze makkelijker hun eigen gang zouden kunnen laten gaan. Dat zou mij minder energie kosten. En dus kozen we voor de doelgroep van meisjes van 12 jaar en ouder.

Ik zag het al helemaal voor me. Die meiden hadden natuurlijk heel veel meegemaakt en hadden iemand nodig om hun verhaal bij te doen. Als ze dan uit school zouden komen en ik met de spreekwoordelijke kop thee en koekjes op ze zou zitten wachten, zou ik daar alle tijd voor hebben. Ik zou naar ze luisteren, er voor ze zijn, ze adviseren en grenzen stellen en dan zou het allemaal goed komen.

Boy, was I wrong! Als ik terugkijk moet ik glimlachen om onszelf. We waren nog zo jong (en zagen er nog veel jonger uit) en vol idealen. Ik zie nog één van de meiden bij ons het pad op lopen, verbaasd naar ons kijken, vragen of wij haar pleegouders waren en vervolgens een grijns op haar gezicht verschijnen die zei: ‘Oh, die twee kan ik wel aan!’. En ik kan haar geen ongelijk geven.

Wat we over het hoofd hadden gezien in onze overwegingen rondom pleegzorg is dat die kinderen vaak al hun hele leven onder moeilijke omstandigheden hebben geleefd en in die tijd ook hebben leren overleven. Niet zelden door middel van gedrag wat niet persé heel wenselijk is in een gezin. Heel begrijpelijk, maar het zorgde er wel voor dat ik van een koude kermis thuis kwam. Die meiden zaten helemaal niet te wachten op een kopje thee en een luisterend oor. Ze keken wel uit! Want de meeste volwassenen die zij in hun leven hadden meegemaakt bleken op zijn best onbekwaam en op zijn slechts uiterst onbetrouwbaar of zelfs gevaarlijk. Dus zwegen ze in woorden, maar lieten ze hun gedrag voor hen spreken. En dat was niet makkelijk voor een conflict-vermijdend type als ik.

Daarbij kwam dat ik me al snel af ging vragen hoe mensen met een baan dat in vredesnaam combineerden met pleegouderschap. Er waren weken dat ik zeker vijf dagdelen per week kwijt was aan afspraken met voogden, biologische ouders, school, bureau Halt, jeugdzorg, maatschappelijk werkers en nog een hele riedel aan hulpverleners meer. Eén van de meiden had in de drie maanden dat ze bij ons woonde te maken met meer dan 15 verschillende hulpverleners. En dat lag niet aan haar.

Het was niet bij te benen voor ons en na drie plaatsingen hebben we tot onze grote spijt moeten besluiten te stoppen met pleegzorg. Het was voor mij niet vol te houden. Na iedere plaatsing had ik minstens een half jaar nodig om weer bij te trekken. Thuis was voor mij geen veilige plek meer, want daar liep een kind wat veel had meegemaakt en op de vreemdste momenten kon ‘ontploffen’. Uiteraard bij voorkeur op mijn slechte dagen. En dat kon niet. Dat was niet goed voor mij, maar ook niet voor het kind. Want omdat ik steeds vermoeider werd, kon ik steeds minder adequaat reageren op gedrag.

De beslissing om te stoppen met pleegzorg viel ons zwaar, maar was wel de juiste. Thuis werd weer een veilige plek voor me, waar nog steeds veel mensen langs kwamen die een luisterend oor en soms ook een plek om te overnachten nodig hadden, maar in principe was thuis de plek waar ik kon rusten. Ik kon mijn afspraken dan zo plannen dat ik genoeg rust tussendoor kon pakken en dat was fijn en bleek veel beter bij ons te passen. Maar dat zette wel een streep door onze grote droom om ooit een jongerenopvang te beginnen. Het ging eenvoudigweg niet. En hoewel dat slikken was, was het ook goed om er op deze manier achter te komen. We hadden het geprobeerd, maar het was niet voor ons weggelegd.

Ik had die pleegzorg-periode nooit willen missen. Eén van de pleegdochters beschouwen we nog altijd als onze pleegdochter. Hoewel ze inmiddels al lang volwassen is, beschouwen we haar als ‘ons meisje’. Als een dochter die we nooit zelf gekregen hebben, maar die God aan ons gegeven heeft als bijzondere uitbreiding van ons gezin.

Maar daarnaast heeft die periode ons ook heel erg veel gegeven. Wij zijn allebei heel bevoorrecht opgegroeid bij ouders die veel van ons hielden, ons gaven wat we nodig hadden, in huizen die altijd keurig op orde waren en in gezinnen die nog altijd hecht zijn. Wij zijn allebei gezegend met een flinke portie intelligentie en onze vriendenkring bestaat voornamelijk uit dezelfde bevoordeelde, hoogopgeleide groep. En hoewel zowel zijn als mijn ouders zich altijd hebben ingezet voor minderbedeelden en die ook altijd bij ons over de vloer kwamen, was ons wereldbeeld toch redelijk eenzijdig...tot dan toe. Ineens kwamen we in achterbuurten, hadden we mensen met allerlei achtergronden bij ons op de bank zitten, kregen we te maken met laaggeletterdheid en een oerwoud aan regeltjes en formulieren waar een intelligent mens al moeite mee heeft, laat staan iemand die andere talenten heeft dan intelligentie. We ontdekten een heel nieuwe wereld vol mensen waarvan we tot onze schaamte toe moesten geven dat we vaak toch wel wat op hen hadden neergekeken. En we ontdekten hoe vaak we er naast zaten in ons hokjes- en vakjesdenken.  Hoeveel invloed omstandigheden en domme pech hebben op hoe je je ontwikkelt. En hoe oneerlijk de kansen verdeeld zijn. We leerden hoe goed wij het zelf hebben en hoeveel verantwoordelijkheid dat ook aan ons geeft. We leerden onze ivoren toren uit te komen en naast de mensen te zitten die het minder hebben dan wij. We leerden hoeveel liefde zij te geven hebben. Hoeveel prachtige gaven en talenten ook zij hebben, maar hoe die in deze wereld zoveel minder gewaardeerd worden dan intelligentie en macht. En we leerden nederigheid.

Tot op de dag van vandaag hebben we heel veel aan die lessen. We hebben het contact deze mensen als heel bijzonder ervaren en het heeft onze blik op de wereld verruimd. Met sommigen van hen hebben we nog altijd contact. Ik kan er niets aan doen dat ik zo bevoorrecht ter wereld ben gekomen. Zij kunnen niets doen aan de achterstand waarmee zij al geboren zijn. Maar we kunnen wel wat doen om elkaar beter te begrijpen en liefde te hebben voor elkaar. En we mogen uitdelen van wat we hebben. 

Het stoppen met de pleegzorg bleek een goede stap voor ons. Maar als je de ruimte in je huis en in je hart hebt, raad ik het ook iedereen aan, al is het maar voor een aantal korte plaatsingen. Omdat het helaas zo ontzettend hard nodig is. Maar ook omdat het zo'n ontzettend waardevolle periode én les is voor de rest van je leven.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.