Tijdens een prachtige zonsopgang op een vroege maandagmorgen in juli overleed ze. Mijn oma. Ze was mijn laatstlevende grootouder. Wat betekent dat ik niet langer een kleinkind ben. Dat ik een generatie ben opgeschoven.
Ik heb lang van al mijn grootouders mogen genieten. Ik was 31 toen ik voor het eerst een opa verloor en de 40 al gepasseerd toen mijn andere opa en oma's overleden. Ik koester dan ook vele, vele herinneringen aan hen.
De beschuitjes met suiker die mijn oma voor ons maakte als we bij mijn opa en oma logeerden.
De krakende zolder waar wij dan als kinderen sliepen, met een vloer die wat eng doorboog als je erop liep.
Heel veel televisiezenders kunnen kijken, omdat mijn opa en oma op de grens met Duitsland woonden en dus ook heel veel Duitse zenders hadden, terwijl we in het buitengebied waar ik opgroeide alleen Nederland 1, 2 en later 3 konden ontvangen. Daardoor vind ik Duits tot op de dag van vandaag een gezellige taal.
Kanoën met mijn opa.
Of golfen, waarbij hij en passant de bal door een enorme ruit sloeg van de locatie waar mijn familie op dat moment een feestje vierde. Ik zie nog al die verschrikte koppies van mijn oudooms en oudtantes voor me.
Onontplofte rotjes zoeken op Nieuwjaarsdag en die voor 10 cent per stuk inleveren bij mijn opa. Zogenaamd omdat hij bij de politie werkte en dat bij zijn werk hoorde. In werkelijkheid uit een stuk zorg voor ons. Beter dat wij die rotjes bij hem inleverden, dan dat we er zelf mee gingen experimenteren.
In de tuin liggen zonnebaden als tiener als ineens je opa de tuin in rijdt op zijn brommer, een rondje om je heen rijdt en dan weer naar huis vertrekt zonder ook maar een woord met mij of met iemand van ons gezin te wisselen. Hij had het ervoor over om 64 kilometer op zijn brommer te rijden om alleen dit te doen. Vond hij grappig.
's Morgens heel zachtjes mijn slaapkamer op sluipen terwijl mijn opa en oma daar liggen te slapen in mijn tweepersoonsbed. Ik werd voor zulke logeerpartijen altijd geacht om op een matras op de grond op de slaapkamer van mijn broertje te slapen. Maar ik vergat nog weleens iets, waarvoor ik dan toch op mijn eigen slaapkamer moest zijn. En dan tot mijn tiener-afschuw ontdekken dat er twee kunstgebitten gemoedelijk naast elkaar lagen op mijn nachtkastje. En na de logeerpartij 5 gulden terugvinden op datzelfde nachtkastje als dank van mijn opa en oma dat ik mijn bed voor hen had afgestaan.
Mijn lief die mijn opa nooit heeft kunnen verstaan.
Mijn oma die mijn lief nooit heeft kunnen verstaan.
Spelletjes doen die inhielden dat je vooral zoveel mogelijk snoep moest eten. Want oma hield van verwennen.
Mijn opa en oma die ons in ons vorige huis bezochten, alles prachtig vonden en mijn opa die bezorgd vroeg: 'Maar kind, kunnen jullie dit wel betalen?'
Het is vreemd om nu niemands kleinkind meer te zijn. Om geen verhalen meer te horen over hun verleden. Om hen geen vragen meer te kunnen stellen. Maar van elk van hen draag ik een stukje in mij mee.
Mijn leeshonger heb ik van beide oma's. Mijn interesse in behoorlijk ingewikkeld leesmateriaal van oma moederszijde. Mijn liefde voor tuinieren van opa en oma vaderszijde. Mijn ondeugendheid van beide opa's. Mijn guitige blik van opa vaderszijde. Mijn hang naar avontuur van opa moederszijde.
Ik heb zoveel aan hen te danken. Zonder hen was ik er niet geweest. Ik mis ze soms. Dan hoor ik in gedachten mijn oma mopperen op al het onkruid wat ze in mijn tuin ziet staan. Of denk ik op Oudejaarsdag met enige weemoed terug aan alle verjaardagen van mijn opa die op Oudejaarsdag jarig was en hoe we dan met de familie vuurwerk gingen kopen. En ieder jaar het grapje dat de hele wereld zijn verjaardag vierde door aan het einde van de dag vuurwerk af te steken. Die dingen komen nooit meer terug. Maar ik koester de herinneringen in de wetenschap dat zij Thuis zijn bij hun Heer en Heiland en ik ze op een dag terug zal zien.
Als herinnering aan hen staat in mijn tuin een mooie magnolia die ik kocht nadat mijn oma overleed, met daaronder hortensia's die ik cadeau kreeg van mijn andere grootouders. Regelmatig kijk ik met een glimlach naar die hoek van de tuin, in de wetenschap dat dit afscheid niet voor altijd is.
Reactie plaatsen
Reacties
Herkenbaar. Ik ben sinds vorig jaar mei geen kleinkind meer, mijn laatste opa overleed toen op de gezegende leeftijd van bijna 96. En het is echt wel 'een dingetje', ook al was ik toen 44. Mijn oma's zijn allebei jong overleden, mijn opa's zijn allebei heel oud geworden. Bijzonder.
Ja hè?! Ook al worden ze nog zo oud, ze hebben toch een heel bijzonder plekje in je leven en je hart en je mist ze. Knuffel voor jou!
Wat een mooi stukje weer. En wat een bof dat je zo lang van je opa's en oma's hebt mogen genieten! Wennen, nu je geen kleinkind meer bent. Het schuift langzaam op... een hele generatie die al verhuisd is, naar hun eeuwige Thuis. En dat is weer een troost.
Dankjewel!