Er komt steeds meer kritiek op het labelen van mensen en hun gedragspatronen in de geestelijke gezondheidszorg. De ene hulpverlener is van mening dat we alle labeltjes als hoogsensitief, ADHD en autisme per direct aan de wilgen moeten hangen. Een ander ziet juist het voordeel in van de labels. En daar waar de ene persoon er geen enkele moeite mee heeft om zichzelf hoogsensitief te noemen, wordt een ander er juist heel kriegel van als je hem vraagt of hij misschien hoogsensitief zou kunnen zijn.
Wat is het nut van labeltjes? En welke redenen zijn er om vooral te stoppen met labels? Ik zet het voor je op een rijtje.
Het nut van labels
1. Het kan je helpen om je eigen gedrag of dat van iemand in je omgeving te begrijpen
Voor veel mensen is het een verademing wanneer ze te horen krijgen dat uit onderzoeken blijkt dat ze ADD hebben. Of wanneer ze een test invullen waarvan het resultaat zegt dat ze waarschijnlijk hoogsensitief zijn. Ineens vallen er allerlei puzzelstukjes op hun plek. 'Oh, dus daarom ben ik mijn autosleutels altijd kwijt? Dat komt niet omdat ik slordig ben, maar omdat mijn hoofd anders werkt.'
Ook kan het heel helpend zijn als je weet dat je kind, geliefde of iemand anders uit je omgeving onder een bepaald label te plaatsen valt. Je man vindt het wel degelijk belangrijk dat jij je geliefd voelt, maar weet door zijn autisme gewoon niet zo goed handen en voeten te geven aan romantiek. En je kind krijgt geen woede-uitbarsting omdat het per se haar zin wil doordrijven, maar omdat ze als hoogsensitief meisje behoorlijk overprikkeld is na een dag op school.
2. Het kan (h)erkenning geven
In het verlengde daarvan kan een label zorgen voor veel herkenning en erkenning. Alles wat jij voelt en ervaart als hoogsensitief persoon is niet gek, maar wordt door veel meer mensen gevoeld en ervaren. Ook helpt een label je om met anderen in gesprek te gaan die hetzelfde ervaren. 'Heb jij ook het idee dat geluid bij jou veel harder binnenkomt dan bij anderen? Ik heb dat ook!' Dat praat gewoon prettig en geeft je het gevoel dat je er niet alleen voor staat. Dat je niet de enige bent die tegen dit soort dingen aanloopt. Ook kun je elkaar helpen door te vertellen wat voor jou wel en niet werkt in een bepaalde situatie. En dat brengt me bij punt 3.
3. Het kan je handvatten geven
De hoogsensitieve persoon of persoon met autisme, ADHD of welk label dan ook bestaat niet. Maar er is wel een globaal algeheel gedragspatroon te zien, waarbij handvatten te geven zijn hoe je ermee om kunt gaan. Dat kan het leven gewoon een stukje overzichtelijker of behapbaarder maken. Dat je weet dat je rusttijd in moet plannen na een feestje, omdat jij als hoogsensitief persoon extra tijd nodig hebt om de prikkels te verwerken. Of dat je weet dat je beter met to do lijstjes kunt werken, omdat je anders met je ADD heel snel de draad kwijt bent van wat je nou ook weer aan het doen was.
4. Ze zijn soms nodig om een potje geld vrij te maken voor behandeling
En deze laatste is triest maar waar: zonder label is er meestal geen geld beschikbaar voor behandeling als je extra hulp en begeleiding nodig hebt in het leven. Helaas werkt het Nederlandse zorgsysteem zo dat een zorgverzekeraar veel zorg alleen vergoedt wanneer er een label op problemen is geplakt als 'burn-out', 'depressie' of 'ADHD'. 'Hoogsensitief' is daarbij geen label, omdat hoogsensitiviteit een persoonlijkheidskenmerk is en geen stoornis. Maar wanneer er niet goed met hoogsensitiviteit wordt omgegaan kan het wel een medeveroorzaker zijn van stoornissen als een burn-out of depressie.
Nadeel van labels
1. Het zegt niets over wie jij bent of wat jij nodig hebt
Iedere persoon is anders. Ook iedere persoon met een label. Een label zegt iets over een grote groep mensen met vergelijkbare gedragskenmerken, maar zegt niets over jou als persoon. En dat is een probleem. Wanneer jij professionele hulp nodig hebt, is jouw hulpverlener verplicht om volgens een protocol te werken wat past bij mensen met jouw label, anders wordt de zorg niet vergoed. En hoewel dat protocol bewezen effectief is bij de meerderheid van mensen met jouw label, hoeft dat voor jou niet zo te zijn.
2. Het kan stigmatiserend werken
Een label kan stigmatiserend werken. Iemand kan al snel in een hoekje worden gezet 'want dat is een autist'. Daarmee wordt niet meer gekeken naar de persoon zelf. Dat kan negatieve gevolgen hebben voor hoe iemand wordt behandeld. Zo kan een kind een lager advies krijgen voor de middelbare school 'want met die ADHD wordt dat leren helemaal niks'. Of niet meer worden uitgenodigd op feestjes 'want ze heeft autisme, dus dit is niets voor haar'.
3. Het kan misbruikt worden als excuus
Maar iemand met een label kan het ook als speciale status gaan gebruiken om daarmee gedrag goed te praten wat echt niet door de beugel kan. 'Ik kan er niets aan doen dat ik zo emotioneel werd, want ik ben hoogsensitief en was overprikkeld.' Of een ouder gebruikt het als excuus voor het gedrag van een kind of om speciale rechten te kunnen krijgen voor het kind in de klas. Natuurlijk, personen met een label hebben vaak wat aandachtspunten waardoor we wat milder mogen kijken naar hun gedrag. Maar ze moeten ook gewoon opgevoed worden, niet behandeld worden als prinsen en prinsessen en zijn als volwassene altijd verantwoordelijk voor hun eigen gedrag.
4. Het kan je de rest van je leven achtervolgen
Wie eenmaal een label heeft, komt daar in hulpverleningsland vaak niet meer vanaf. Dat kan kwalijke gevolgen hebben wanneer je jaren later opnieuw aanklopt voor hulp. Maar ook in je koppie kom je moeilijk af van een label en loop je het risico dat je jezelf blijft labelen als 'autist', 'ADHD'er' of 'hoogsensitief'. Dit kan een belemmering vormen voor verdere ontwikkeling. Een mens kan veranderen, zichzelf leren kennen en goed om leren gaan met zichzelf, waardoor een label niet tot nauwelijks nog van toepassing is. Bovendien kan je er soms na jaren achter komen dat er onterecht een label op je is geplakt. Dan ontdek je bijvoorbeeld dat je als kind niet zo druk was omdat je ADHD hebt, maar omdat de omstandigheden thuis lastig waren en je daar moeilijk handen en voeten aan kon geven.
5. Iedereen is anders
Ik heb het al eerder gezegd: iedereen is anders en de hoogsensitieve persoon of persoon met depressie, ADD of welk label dan ook bestaat niet. Je zult dus nooit helemaal passen in het label wat op je is geplakt. De ene hoogsensitieve persoon heeft veel last van geluid, een ander helemaal niet. De ene persoon met autisme is een einzelgänger, terwijl een ander graag naar feestjes gaat. Het risico van de labels is dat we een vertekend beeld krijgen van mensen waarvan we wel het label kennen, maar waarbij we niet de moeite doen om de persoon als mens te leren kennen. Ook bestaat het risico dat we onszelf niet gehoord en gekend voelen omdat er een label op ons is geplakt, maar we bij onszelf ook andere dingen zien.
Labels, wel of niet doen?
Dit alles overdenkend vind ik het lastig om een standpunt in te nemen over het wel of niet gebruiken van labels. Ik vind het een zeer kwalijke zaak dat iemand in Nederland alleen verder geholpen kan worden wanneer er een duidelijk label op geplakt wordt, omdat er in werkelijkheid vaak een complex samenspel van factoren speelt waar niet zomaar een label op geplakt kan worden. Bovendien bestaat daardoor het risico dat iemand ten onrechte of teveel labels toebedeeld krijgt waar moeilijk nog vanaf te komen is, zowel in de maatschappij als in het koppie.
Maar een label kan ook buitengewoon nuttig zijn en betekent niet zelden een verademing voor mensen, omdat ze nu weten wat eraan scheelt en wat eraan te doen valt. Voor mijzelf was het label 'hoogsensitief' een openbaring die veel positieve gevolgen had voor de rest van mijn leven. Maar onlangs sprak ik iemand waarvan ik vermoed dat deze persoon wel hoogsensitief is, maar die bij de suggestie bijna boos werd. Terwijl deze persoon wel dezelfde handvatten hanteert voor zichzelf als ik doe. En dat is helemaal prima. Een label is nuttig zolang het je helpt, inzichten geeft en voor (h)erkenning zorgt. Doet het dat niet? Dan is het alleen maar belemmerend.
Ik denk dat we teveel een 'probleem' hebben gemaakt van mensen met een label, terwijl ze ook prachtige kanten hebben. Iemand met autistische kenmerken kan zich heel goed focussen en is goed in detaildenken. Ik woon in de regio met het grootste aantal mensen met autisme ter wereld. En niet geheel toevallig zit hier ook de grootste chipmachinefabrikant ter wereld; ASML. Dit bedrijf heeft veel baat bij de gaven en talenten die mensen met autisme hebben (interpreteer deze niet andersom: het gros van de medewerkers van ASML heeft geen autisme). Veel mensen met ADHD zijn buitengewoon creatief. Mensen met hoogsensitieve kenmerken zijn heel zorgzaam. En ja, al deze labels hebben ook een keerzijde die ik niet ontken. Maar moeten we niet veel meer ook kijken naar de positieve kanten van een label dan alleen de nadelen te benadrukken, zodat mensen met een label meer tot bloei kunnen komen in een omgeving die bij hen past?
En heb je een label (of het nou officieel is vastgesteld of dat je van jezelf vermoed dat je dat label hebt)? Blijf dan vooral in jezelf investeren en leer jezelf goed kennen. Ontdek wat voor jou wel werkt en wat niet. En pas dat ook toe in je leven. Zodat je zelf lekkerder in je vel komt te zitten en van daaruit ook weer je gaven en talenten in kunt zetten voor de mensen om je heen.
Reactie plaatsen
Reacties